Pokken bij de kip

Kippenpokken worden veroorzaakt door een virus, namelijk het Avipoxvirus. Het pokkenvirus is redelijk diersoortspecifiek, zo is er onder andere een kanarie-, een papegaaien-, een kippen- en een duivenpokkenvirus. Duiven zijn echter ook gevoelig aan het kippenpokkenvirus.

De ziektesymptomen die optreden bij een infectie met het pokkenvirus kunnen ingedeeld worden in een droge, vochtige en systemische vorm. Bij kippen zien we voornamelijk de droge en vochtige vorm. Bij kanaries treedt de acute, systemische vorm vaak op.

Bij de droge vorm ontstaan er binnen de week na infectie rode vlekjes en puistjes, die na enkele weken weer verdrogen en verdwijnen. Deze wratachtige letsels verschijnen op de kop en de poten, meer bepaald rondom de ogen, bek, kam en lellen. Vaak infecteren deze letsels nog eens secundair bacterieel. Als de ogen geïnfecteerd raken, blijven ze gesloten en zal de kip stoppen met eten.

De vochtige vorm van pokken veroorzaakt zwelling van de oogleden. Daarnaast komt er een geel beleg voor in de bek. Bij deze vorm is er een sterftepercentage van 30 tot 50%.

De systemische vorm van pokken, die vaak voorkomt bij kanaries, kent een acuut ontstaan met stil zitten, gedaalde eetlust, bemoeilijkte ademhaling en longontsteking. Meestal sterven deze dieren reeds na enkele dagen.

OVERDRACHT

Het pokkenvirus wordt voornamelijk verspreid door stekende insecten, zoals muggen en bloedmijten. Dit is de reden waarom uitbraken het vaakst voorkomen in de zomer en de herfst. Het virus treedt het lichaam binnen via beschadigde huid, waardoor kleine prikletsels een snelle verspreiding van het virus geven.

Ook door indirect contact via drink- en voederbakken kan het virus zich in een groep dieren verspreiden.

Het pokkenvirus blijft zeer lang in de omgeving aanwezig, waardoor nieuwe uitbraken gemakkelijk kunnen ontstaan. Daarom is preventie heel belangrijk, maar er bestaat momenteel echter geen vaccin op de Belgische markt.

DIAGNOSE

De diagnose kan vermoed worden door de typische pokkenletsels op de kop. Daarnaast kunnen huidafkrabsels of huidbiopten de diagnose bevestigen.

BEHANDELING

Aangezien de ogen bij geïnfecteerde kippen vaak gesloten zijn en de kip hierdoor zal stoppen met eten, is het aangeraden om te beginnen dwangvoederen en de ogen open te houden met een oogzalf. Een behandeling met antibiotica tegen secundaire bacteriële infecties is zeker op zijn plaats. Multivitamine preparaten en vitamine A helpen om de algemene toestand van de dieren te verbeteren. Daarnaast is het gebruik van een ontstekingsremmer zeker aan te bevelen. Antivirale middelen zouden volgens sommigen ook kunnen helpen, maar het succes daarvan is echter nog niet bewezen.

Noodvaccinaties kunnen het sterftepercentage naar beneden halen en de nog niet geïnfecteerde dieren beschermen, maar er is momenteel echter geen vaccin beschikbaar. Men is dan ook enkel aangewezen op de behandeling van zieke dieren.

Kunnen wij je helpen?