Longwormziekte of Angiostrongylose is een aandoening die wordt veroorzaakt door een kleine worm, Angiostrongylus vasorum.
Longwormen leven in de rechterhartkamer en in de bloedvaten naar de longen. Ze leven dus niet in de longen zelf, zoals de naam wel doet vermoeden. De ziekte komt in de meeste Europese landen voor zoals Belgiƫ, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Italiƫ en het Verenigd Koninkrijk.
Slakken als tussengastheer
Longwormen zijn parasieten die het lichaam van een hond, kat of ander dier nodig hebben om zich te kunnen voortplanten. Vossen, wolven, Europese otters, dassen en fretten zijn natuurlijke gastheren. Daarnaast kunnen ook vele soorten naaktslakken en huisjesslakken een bron van infectie zijn. Vangt uw huisdier zo'n beestje dan krijgt het via deze weg levende wormen binnen. Ook contact met het slijm van slakken kan voor katten of honden al voldoende zijn om longwormen te ontwikkelen. Wees dus ook zeker voorzichtig met speeltjes die buiten liggen of drinkbakjes die buiten staan, deze kunnen ook slakkenslijm bevatten.
Levenscyclus van een longworm
Volwassen longwormen leven in de rechter hartkamer en longslagaderen van de hond of kat. Deze wormen leggen eitjes die via de bloedbaan terecht komen in de longen. Uit die eitjes komen de eerste stadia larven (L1 laven). Deze larfjes banen zich een weg naar de longblaasjes en veroorzaken daarbij longschade. Nadien worden ze opgehoest en terug ingeslikt. Via de ontlasting komen ze mee naar buiten. Slakken eten deze larven op, waarna ze zich verder ontwikkelen naar een L2 en L3 larve. Deze larven zijn besmettelijk voor honden of katten. Honden raken zoals eerder gezegd, besmet door het eten van een slak, slakkenslijm of andere dieren die een besmette slak opgegeten hebben.
Na opname baant de L3 larve zich een weg door de darmwand naar lokale lymfeknopen waar ze zich verder ontwikkelen. Via de bloedvaten en lever komen ze uiteindelijk in het rechterhart en longslagaderen terecht, waarna ze volwassen worden en de cyclus opnieuw kan beginnen.
Symptomen
Sommige honden of katten ontwikkelen nauwelijks symptomen, terwijl andere ernstige letsels krijgen die tot de dood kunnen leiden. Bovendien treden de eerste symptomen pas laat in de infectie op. Uw huisdier kan na besmetting fel gaan hoesten of het benauwd krijgen. Een infectie kan ook gepaard gaan met bloedingen en neurologische symptomen. De aandoening kan fataal aflopen zonder correcte diagnose.
Diagnose
Via ontlastingsonderzoek is de longworm goed aan te tonen. Echter, dit kan niet via een standaard ontlastingsonderzoek maar enkel via een speciale test (Baermann test). Het is belangrijk dit onderzoek op verse ontlasting uit te voeren. Hoe verser de ontlasting, hoe betrouwbaarder de test! Daarnaast is er een veelbelovende bloedtest in de maak (Idexx test).
Preventie en behandeling
Longworminfecties zijn goed te behandelen met een ontwormingsmiddel mits het tijdig ontdekt wordt. Meerdere middelen, van tabletvorm tot spot-on druppeltjes zijn effectief bij de behandeling. Preventief kan de longworm voorkomen worden door uw dier regelmatig (elke drie maanden) te ontwormen. Het kan ook helpen de ontlasting van uw hond of kat gestadig te verwijderen.