Het gebit van konijnen is verschillend van dit van de hond of de kat. Vooreerst hebben ze in de bovenkaak vier snijtanden (twee gewone en daarachter twee kleinere, de zogenaamde 'stifttandjes') en in de onderkaak twee snijtanden. In elke kaak hebben ze nog vijf paar kiezen.
Alle tanden van een konijn groeien het ganse leven door, dit tot zelfs 2,4 millimeter per week. Doordat de tanden blijven groeien, is het van groot belang dat ze ook voldoende afslijten.
Tandafwijkingen komen bij konijnen veel voor. De belangrijkste oorzaken zijn:
1) Verkeerde voeding
Om voldoende slijtage van de tanden te bekomen, is het belangrijk dat konijnen een vezelrijk en caloriearm dieet krijgen. Dit betekent dat hooi en gras onmisbaar zijn. Naast een goede spijsvertering zorgen ze er ook voor dat de tandoppervlakken over elkaar schuren. Bij het kauwen van brokken is dit veel minder het geval, vandaar dat pellets beperkt moeten worden in het rantsoen. Eén enkele soeplepel pellets per konijn is voldoende voor één dag.
2) Afwijkende stand van de tanden
Dit kan aangeboren zijn, bijvoorbeeld een
afwijkende stand van de kaak of het ontbreken van de stifttanden.
De afwijkende stand kan echter ook op latere leeftijd ontstaan,
door bijvoorbeeld een trauma met een breuk van een
tand of een verplaatsing van de kaak.
Deze stand zorgt ervoor dat de tanden van de boven- en de onderkaak
niet mooi meer op elkaar passen en niet meer gaan afslijten.
Wanneer tanden onvoldoende afslijten, gaan ze doorgroeien. Dit heeft tot gevolg dat de dieren moeilijkheden krijgen om voeder op te nemen. Daarenboven ontstaan er door de scherpe tandpunten letsels in de mondholte met pijn en ontsteking tot gevolg. Dergelijke konijntjes eten niet meer, speekselen, gaan vermageren, krijgen een slechte vacht en kunnen zelfs sterven door verhongeren.
Tandafwijkingen kunnen vastgesteld worden door klinisch onderzoek van de mondholte. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een otoscoop. Het beoordelen van de achterste kiezen bij wakkere konijnen is niet altijd even gemakkelijk en soms is het noodzakelijk om ze onder narcose te brengen. Het maken van een röntgenfoto kan ook waardevolle informatie verstrekken, vooral over de tandwortels.
De behandeling van tandproblemen bestaat uit
het inkorten van de tanden, wat het best gebeurt door te
vijlen. Tanden worden liever niet afgeknipt
aangezien dit pijnlijk is en er een risico bestaat op het breken
van de tanden. Bij een afwijkende stand van de tanden moet dit om
de twee tot drie maand herhaald worden.
Verder moeten eventuele voederfouten gecorrigeerd
worden om in de toekomst problemen te voorkomen.
In de praktijk wordt er elk jaar een 'konijnendag' georganiseerd. Op deze dag staat de praktijk volledig in het teken van het konijn. Daarbij wordt er niet alleen gevaccineerd, maar krijgen de konijnen ook een volledig gezondheidsonderzoek en een controle van de tanden. Voor ieder konijn wordt er tevens een leuk verrassingsgeschenk voorzien.