Voeding, huisvesting en voortplanting.
De voeding van het konijn
Het konijn is een herbivoor, dit betekent dat het uitsluitend
plantaardig voedsel eet.
Tegenwoordig zijn er heel wat soorten pellets of korrels
verkrijgbaar voor konijnen, dit mag echter niet het
hoofdbestanddeel van zijn dagelijks dieet uitmaken.
Het allerbelangrijkste onderdeel van het rantsoen voor konijnen is
hooi! Daarnaast kunnen allerlei soorten groenten en gras gegeven
worden. Pellets mogen, maar slechts enkele soeplepels per dag.
Vaak horen we dat het konijn geen hooi eet, hoewel het dit wel ter beschikking heeft naast een portie pellets. Dit komt omdat korrels smakelijker zijn en dus de voorkeur krijgen. Laat korrels daarom maar een kwartier staan en neem ze dan weg.
Een eenzijdig rantsoen van korrels kan leiden tot overgewicht, onvoldoende afslijten van de tanden, maagdarmproblemen, verveling,... Met andere woorden, een onaangepaste voeding is een belangrijke oorzaak van ziekte bij het konijn.
Zorg ook steeds dat er vers water aanwezig is, een konijn drinkt ongeveer een tiende van zijn lichaamsgewicht per dag.
Huisvesting van je konijn
Er zijn heel wat verschillende soorten konijnenkooien en -hokken
verkrijgbaar, zowel voor binnen als buiten. De meeste kant-en-klare
kooien zijn echter te klein. Als algemene regel kan men stellen:
hoe groter, hoe beter!
Voor twee kleinere konijntjes zou men toch een grootte van minimum
150 x 60 x 60 cm moeten kunnen voorzien en voor twee grotere
konijnen 180 x 90 x 90 cm.
Indien ze zich onvoldoende kunnen uitstrekken, op de achterpoten
staan en rondhuppelen, kan dit leiden tot problemen met het
bewegingsstelsel en een slecht humeur.
Binnen
Konijnen kunnen binnen vrij loslopen. Ze zijn vrij proper en
kunnen zindelijk gemaakt worden. Maar ze bijten aan alles, dus
elektrische draden, giftige planten en andere gevaren moeten
afgeschermd of verwijderd worden.
Zorg dat ze niet in direct zonlicht staan, daar ze het snel te warm
kunnen krijgen.
Buiten
Ze kunnen ook zonder probleem buiten gehouden worden, zelfs tijdens de winter, mits schuilmogelijkheden en een dikke bedding. Verder moeten ze beschermd worden tegen tocht, regen, te fel zonlicht, vrieskou en roofdieren. Houd er ook rekening mee dat konijnen hele goede gravers zijn, ontsnappen moet dan ook voorkomen worden.
Konijnen kunnen niet goed tegen grote temperatuurswijzigingen, zet nooit een konijn vanuit een koud buitenhok binnen bij een warme kachel of omgekeerd.
Verder is het ook belangrijk om het hok steeds proper te houden.
Verwijder daarom dagelijks mest, natte bedding en
voedselresten.
Vuile kooien kunnen leiden tot ziektes zoals 'snot', pijnlijke
voeten, urinebrand en problemen met vliegen.
De voortplanting van het konijn
Het vrouwelijk konijn noemt men de voedster, het mannetje de
ram.
De voedster wordt geslachtsrijp op gemiddeld vijf tot acht maand
ouderdom. Ze is het ganse jaar door vruchtbaar, met een duidelijke
daling in het najaar. De dracht duurt 30 tot 32 dagen en per nestje
zijn er gemiddeld zes tot acht jongen. De jongen mogen bij de
moeder weg als ze vijf tot zes weken oud zijn.
De ram wordt geslachtsrijp rond zes tot zeven maand ouderdom.
Konijnen kunnen zich dus heel snel voortplanten. Om ongewenste
nestjes te voorkomen kan men ze laten steriliseren of castreren op
de leeftijd van zes maanden. Dit voorkomt bij de voedster eveneens
schijnzwangerschap, melkklier- en baarmoederkanker, wat heel
regelmatig gezien wordt bij oudere konijnen.
Houd er wel rekening mee dat de ram nog een viertal weken
vruchtbaar blijft na de castratie!