Sterilisatie van de kattin

De meeste kattinnen worden gesteriliseerd rond de leeftijd van vijf tot zes maanden. Eventueel kan het ook op jongere leeftijd.

De kattin moet nuchter zijn (12 uur niet eten - drinken mag wel) en wordt 's morgens vroeg of van de avond voordien binnengebracht.

Bij de sterilisatie van de kattin wordt het dier voor één dag opgenomen. De kat mag dus 's avonds opnieuw opgehaald worden. Voor de operatie wordt er een pijnstiller en langwerkend antibioticum toegediend, dit is in principe voldoende.

De kat wordt onder narcose gebracht door twee inspuitingen in de spieren. De eerste is een kalmeringsspuit. Ongeveer 10 minuten nadien wordt er een tweede inspuiting gegeven, dit is de echte narcose.
Na het scheren, reinigen en ontsmetten van het operatieveld, wordt er een snede gemaakt in de buik. Deze snede is ongeveer drie centimeter lang. Hierna worden de eierstokken opgezocht, afgebonden en verwijderd.

De wonde wordt meestal in de huid gehecht, waardoor er aan de buitenkant geen draadjes te zien zijn. De draadjes moeten dan ook niet verwijderd worden. Het enige wat je moet doen als eigenaar is de wonde dagelijks nakijken om te zien of je kattin er niet te veel aan likt en zo de wondgenezing vertraagd.

Verder is het nog belangrijk om je kat enkele dagen binnen te houden zodat ze zichzelf even rustig houdt.

Bij de kat moet het gewicht na de operatie zeker in het oog gehouden worden, omdat na de operatie de stofwisseling vertraagt waardoor ze dus sneller verdikt. Er bestaan tegenwoordig speciaal uitgebalanceerde voedingen voor gesteriliseerde kattinnen.

Kunnen wij je helpen?