Net zoals de mens, heeft je kat een melk- en een blijvend gebit. Het melkgebit bevat 26 tanden, het blijvend gebit 30 tanden.
De tanden van een gebit hebben een verschillende vorm en functie, zodat ze ingedeeld kunnen worden als snijtanden, hoektanden, valse kiezen en echte kiezen. De echte kiezen zitten niet in het melkgebit, maar verschijnen pas tijdens het wisselen in hun eerste en definitieve vorm.
Het melkgebit
Een drietal weken na de geboorte verschijnen de eerste melktandjes, welke erg dun en scherp zijn. Het melkgebit is meestal compleet op de leeftijd van 6 weken. Melktandjes breken vaak tijdens het spelen door bijten op een speeltje, wat niet erg is daar deze tandjes toch nog uitvallen. Het wisselen gebeurt iets vroeger dan bij de hond, namelijk op ongeveer 3 maanden leeftijd, waarbij de middelste snijtandjes van de bovenkaak het eerst wisselen en de hoektanden het laatst. Op ongeveer 5 à 6 maanden leeftijd moeten alle melktanden gewisseld zijn. De melktandjes vallen uit door het feit dat de nieuwe blijvende tanden ze omhoog en los duwen.
Het blijvend gebit
De blijvende tanden zijn duidelijk breder, groter en sterker dan de melktandjes. Variaties in de hoeveelheid tanden ziet men zelden bij de kat. Aan de hand van de tanden kan ruwweg de leeftijd bepaald worden van een kat, maar dit is niet erg nauwkeurig en sterk afhankelijk van de toestand van het gebit.
Afwijkingen aan het gebit
De gezondheid van de tanden van je kat gaat veel verder dan enkel een slechte adem. Tandafwijkingen kunnen leiden tot ernstige gezondheidsproblemen, gaande van een pijnlijke mond en moeilijk eten (periodontale ziekte), over tandverlies tot zelfs nier-, lever- en hartproblemen. Tandproblemen bij de kat komen erg veel voor. Uit studies blijkt dat tot 50% van onze katten ouder dan 5 jaar tandproblemen hebben die hun een zeker ongemak bezorgen en in sommige gevallen ook erge pijn.
Lengte van de boven- of onderkaak
Sommige rassen hebben een (vaak erfelijke) afwijking aan de lengte van de boven- of onderkaak. Dit kan moeilijkheden geven bij het oppakken van voedsel en geeft tandproblemen omdat de tanden niet mooi op mekaar passen. Het gebit van zulke dieren moet extra in de gaten gehouden worden. Bij een te korte bovenkaak spreken we van een onderbijter, bij een te korte onderkaak van een overbijter.
Overgang naar blijvend gebit
Het wisselen van de tanden verloopt bij katten in 99% van de gevallen correct. Hoogst zelden blijft er eens een melktandje staan.
Defecten in het tandglazuur
Defecten in het tandglazuur als gevolg van infectieziekten ziet men haast nooit bij de kat, evenmin als verkleuringen door antibioticumgebruik.
Slijten
Het slijten van de tanden geeft zelden problemen bij de kat.
Afbreken
Tanden kunnen steeds afbreken. Dit gebeurt vaak bij katten en dan vooral ter hoogte van de hoektanden. De afgebroken hoektand behandelen is een must om infectie van het zenuwkanaal tegen te gaan.
Gaatjes
Katten hebben zelden last van cariës of gaatjes, evenmin als van ontstekingen van de tandwortels.
Tandsteen
De kat is daarentegen wel enorm gevoelig voor het ontwikkelen van tandsteen. Dit is een bruine neerslag van voedselresten, kalkzouten, bacteriën en speeksel op de tanden. Het kan al heel vroeg (2 à 3 jaar leeftijd) beginnen met een dun bruin laagje op de hoektand, zogenaamde tandplaque. Dit evolueert naar echte brokken tandsteen op alle tanden. Katten die goed moeten kauwen op hard voedsel (brokken) schuren als het ware het tandsteen tijdelijk af, maar tandverzorging door de eigenaar is bij katten zeer moeilijk. Het tandsteen veroorzaakt periodontale ziekte, een ontsteking van alle structuren rondom de tand, gekenmerkt door een progressieve vernietiging van het periodontaal weefsel. We zien dit meestal bij iets oudere katten maar het kan ook al voorkomen op de leeftijd van zes maanden! De ziekte begint met een ontsteking op het tandvlees (gingivitis) en zal geleidelijk aan evolueren. Uiteindelijk drukt het tandsteen het tandvlees weg, zodat de tandwortels bloot komen te liggen en uiteindelijk enkel nog 'splinters' in plaats van tanden resteren, wat pijnlijk is voor het dier. Bij een periodontitis zijn ook de dieper gelegen weefsels, namelijk het periodontaal ligament (hiermee zit de tand vast in de tandkas), het alveolair been (beenweefsel in de tand) en het cement (laag van beenweefsel rond de tandwortel) aangetast. Het zorgt voor een vieze geur uit de muil en het feit dat tanden los gaan zitten en/of uitvallen. Gingivitis is een omkeerbaar proces, maar eens het stadium van de periodontitis bereikt wordt, is het proces onomkeerbaar. In het eerste geval kunnen we door preventief te werken ergere problemen voorkomen. In het laatste geval kunnen we enkel de tanden trekken, maar voor de kat betekent dat in ieder geval dat ze verlost is van erge tandpijn. Omdat preventieve tandverzorging bij de kat zo moeilijk is, ondergaan de meeste katten gedurende hun leven meermaals een detartratie.
Tandhalslaesies
Typisch voor katten zijn de tandhalslaesies. Om nog onbekende redenen breekt de kat hier als het ware haar eigen tanden af. Er ontstaan letsels gelijkend op cariës of gaatjes, meestal ter hoogte van de tandhals van de kiezen of hoektanden. Voor de kat kan dit zeer pijnlijk zijn, wat zich kan uiten in speekselen, niet eten en lusteloos zijn. Tandsteen zet zich makkelijk vast op zulke gaatjes. Vaak vallen ze daarom pas op bij het detartreren. Indien de tand te erg aangetast is, moet hij getrokken worden. Preventief valt er niets aan te doen.
Feline gingivitis/stomatitis syndroom
Het feline gingivitis/stomatitis syndroom is een ontsteking van de mondholte, waarbij zowel het tandvlees van de kat evenals de rest van de mond aangetast kan zijn. Ook dit is een zeer pijnlijke aandoening met speekselen, slechte adem en niet eten tot gevolg. De oorzaak hier is een overdreven reactie van het afweersysteem van de kat op de tanden en het tandsteen of een onderliggende infectie, bijvoorbeeld feline leucose. Hier dient een grondig onderzoek te gebeuren om de oorzaak te achterhalen om dan zo een geschikte behandeling voor de kat te kunnen opstarten.
Een goed verzorgd, gezond gebit zonder tandsteen voorkomt veel van deze toch wel ernstige aandoeningen. Vandaar enkele preventieve maatregelingen die je als eigenaar zelf kan doen nog eens op een rijtje:
- Tanden poetsen: We realiseren ons dat hier niet alle katten voor in aanmerking komen, maar feit is dat dit de beste preventie is. In de praktijk hebben we dierentandpasta en speciale tandenborstels. Gebruik geen tandpasta voor mensen, je kat kan hier maagproblemen van krijgen omdat ze de tandpasta inslikt.
- Tand-dieet (Dental Care van Royal Canin): Deze brokken zijn zo gemaakt dat ze pas barsten als de hele tand door de brok zit. Door het schuren van de tanden langs de brokken worden de tanden als het ware gepoetst. In erge gevallen raden we aan deze brokken als enige voeding te gebruiken. Zijn de problemen minder ernstig kunnen er dagelijks ook enkele als snoepje gegeven worden.
- Vet aquadent: Dit is een smakelijke vloeistof die dagelijks in het drinkwater van het dier gedaan moet worden. Het bevat ingrediënten die de vorming van tandplak en tandsteen verminderen. Het zorgt ook voor een frisse adem.
- Orozyme Bucco-fresh: Dit is een smakelijk poeder waarvan dagelijks een kleine hoeveelheid over het eten gestrooid moet worden om zo tandsteen en slechte adem te voorkomen.
- Orozyme Bucco-fresh Dental Croqs: Dit is een bijzonder smakelijk aanvullend diervoeder voor een goede mondhygiëne bij honden en katten. Het bevat een gepatenteerd type algen waarvan de weldadige effecten voor de mondhygiëne zijn aangetoond.
Bij de jaarlijkse controle van je kat wordt het gebit standaard door de dierenarts nagekeken. Mocht je tussendoor vragen hebben of wens je een extra controle, dan kan je altijd bij ons terecht.